100 jaar Genootschap van Nederlandse Componisten

Gedenkboek

Op 5 februari 1911 begint in de lounge van hotel American te Amsterdam de geschiedenis van het Genootschap van Nederlandse Componisten. Componist Jan van Gilse heeft een aantal collega's uitgenodigd om te spreken over een organisatie die de positie van Nederlandse toonkunstenaars kan verbeteren. Nog diezelfde middag was het GeNeCo een feit. Hans van Dijk en Marius Flothuis beschreven in 1986 de eerste 75 jaar. Aan mij de eer om de laatste 25 jaar op schrift te stellen.

Persbericht.

Honderd jaar wel en wee van het Genootschap van Nederlandse Componisten beschreven in jubileumuitgave

In 2011 bestaat het Genootschap van Nederlandse Componisten honderd jaar. Naar aanleiding van dit jubileum verschijnt op zaterdag 3 september 2011 het boek 100 jaar Genootschap Nederlandse Componisten, een uitgave van Uitgeversmaatschappij Walburg Pers. Het eerste exemplaar van deze jubileumuitgave zal tijdens een galaconcert gegeven door het Nederlands Philharmonisch Orkest in het Concertgebouw te Amsterdam worden overhandigd aan de heer Job Cohen, fractievoorzitter van de PvdA.

In dit jubileumboek wordt niet alleen gekeken naar de afgelopen honderd jaar van het componist-zijn en de ontwikkeling van het Genootschap van Nederlandse Componisten. Er wordt ook stilgestaan bij vandaag: wat houdt de componisten bezig en hoe staan zij in de Samenleving? Het boek geeft stof tot nadenken over de gevolgen van de huidige cultuurbezuinigingen.

In 1911 ging het Genootschap van Nederlandse Componisten voortvarend van start. Binnen enkele jaren werd Buma opgericht en was de bescherming van auteursrechten geregeld. Al snel zag een ondersteuningsfonds het licht en nog voor de oorlog werd de eerste Manifestatie Nederlandse Toonkunst gehouden. De oorlog bracht de activiteiten tot stilstand en kostte een aantal leden het leven, onder wie de voorzitter en medeoprichter Jan van Gilse. Na de oorlog werden ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum de Nederlandse Muziekdagen in het leven geroepen. In de roerige jaren zestig deed de actiegroep ‘De Notenkraker’ van zich spreken en werd het bevorderen van het maatschappelijk functioneren van muziek opgenomen in de statuten. Na jaren van voorbereiding kwam in 1982 het Fonds voor de Scheppende Toonkunst tot stand. In de jaren negentig leidde ditzelfde fonds tot een breuk in de gelederen.

Bij het 100-jarig jubileum staat Konrad Boehmer stil bij de ijzeren wetten van de bureaucratie die de geschiedenis van het Genootschap zouden bepalen. Sander van Maas schetst de ontwikkeling van de muziek in Nederland aan de hand van compositorische vondsten aangedragen door veertien componisten. Tot slot schetst Floris Don aan de hand van vijf portretten het beroep van componist anno 2011.

Onder redactie van Carine Alders, 100 jaar Genootschap Nederlandse Componisten, Uitgeversmaatschappij Walburg Pers, geïllustreerd in zwart-wit, genaaid gebrocheerd, ISBN 978.90.5730.771.3, prijs € 19,50 – 160 pagina’s.

Of tweedehands bij boekwinkeltjes.nl